Van alle exotische bestemmingen, stedentrips of andere avonturen, prijkt Sauerland het allerhoogst op mijn lijstje. Ik moet een keer terug. Het is al een aantal keer gepland en steeds niet doorgegaan. Andere zaken waren belangrijker of leken leuker.
Nu stond Berlijn op de planning. Met rugzak in de trein. Maar de nieuwsgierigheid naar vroeger heeft gewonnen.
Het is donderdag om 13.00 uur en we rijden de oprit af richting de snelweg. We gaan naar Sauerland, camping Valmetal, net onder Ramsbeck.
3 dagen hadden we erop gestaan. Op de langlaufers die Pap geleend had van een vriend. Achter de camping, pad op, pad af. In een dolle bui door het weiland en eindigend met de ski in de vangrail. Tranen gelachen en uitgeput in bed belandt.
Routes met pa en ma. Bodefeld, Winterberg en al die andere plaatsjes waar ook nu de wintersport nog bestaat.
De reis gaat voorspoedig. Richting Munster, Unna, Meschede, Bestwig en uiteindelijk in het Valmetal aangekomen. Ik herken de camping maar daar houd het wel mee op. Ik wijs Renate wel het pad aan waar we zo intensief op hebben geoefend op de langlaufers toen.
We installeren ons en sluiten de stroom aan. Nieuw luifeltje ervoor en dan op zoek naar een supermarkt voor een lekker fles wodka.
3 dagen lang. En toen vond Pap het tijd om aan het echte werk te beginnen. Skiën! In een kleine sportwinkel huren we wat voor Wilco en mij. Pa wist nog wel een plekje waar we ze konden proberen. Elpe. Rechts van de duizelingwekkend steile piste (onthoudt dat even) bonden we die dingen onder. Je weet wel. Mat grijze schoenen waarop met stift de maat is geschreven. Door duizenden voeten reeds gedragen.
“Loop nog maar iets hoger” roept papa van beneden. Eenmaal hoog genoeg klikken we de ski’s onder en glijden we naar beneden.
Binnen 5 minuten zien we het bordje Elpe staan. Eigenlijk zouden we die plek later in het weekend opzoeken. We rijden het dorp door maar vinden niet de oude plek. De plek die zoveel respect inboezemde. De plek waarvan ik me al heel wat jaren afvraag of dat terecht is. Is dat nou echt zo steil? Zouden we het nu aandurven?
Zeg nou zelf, sommige dingen moet je weten voor het te laat is.
Als ik Renate vertel dat er nu een paraglidingschool gevestigd is en er geen skilift meer is, zegt ze dat ze een bordje heeft zien staan. We keren om en vinden zonder moeite de oude plek. De bushalte genaamd “skilift” geeft het ook wel een beetje weg.
Ik voel mijn hart kloppen in mijn borst. Over een slingerend pad bereiken we langzaam de plek die alle vragen gaat beantwoorden. Daar, rechts, daar heb ik ze voor het eerst onder gehad!
En daar omhoog, dat is die steile helling. Nog steeds steil. Iets anders dan in mijn hoofd maar respect is op zijn plaats. Ik schiet foto’s en app ze naar pa en ma. Ik loop, ren bijna omhoog op de plek waar ik de eerste meters heb gemaakt. Hijgend kom ik boven. Renate is halfweg. Herinneringen komen terug. Bijna 40 jaar geleden en ik sta weer op dezelfde plek!
Een dikke knuffel voor Renate, de omgeving even goed in je opnemen. We hebben het gevonden. Supermooi.
Vermoeiend was dat. Met skischoenen en ski’s op de nek. Na een paar keer is het genoeg geweest. Papa vindt dat we toe zijn aan een skilift. Altenfeld. Daar leren we echt skiën….
Daar hadden ze puntenkaartjes. In de middag waren de plaatselijke boertjes, de exploitanten van dit skigebied, zo dronken van hun eigen gluhwein, dat er geen kaartjes meer geknipt werden.
Nee, de lift is er niet meer in Altenfeld. De plek wel. Haus Hubertus ook nog wel. De boertjes zullen ook wel niet meer in het land der levende verkeren. In Altenfeld is veel nieuw gebouwd, maar de helling ligt er nog wel. Ik herken het. Ik maak foto’s. Verhalen spoken door mijn hoofd. Nieuwe sneeuw, vrieskou, vriendjes en vriendinnetjes die meegingen op onze weekenden naar de sneeuw.
Dan is het tijd voor een curryworst en patat. Die fles wodka hebben we onderhand gevonden en ligt op de achterbank. Op de camping pakken we een biertje.
Je hebt een kleur, zegt Renate. Ik voel het en antwoord dat dat wel van de opwinding zal komen.
Geluk zit in kleine dingen. Uiteindelijk zijn herinneringen je meest waardevolle bezittingen.
Morgen wandelen, zaterdag wandelen en zondag weer naar huis. Iets in me zegt dat we hier vaker gaan komen want ondanks al die verhalen blijkt het hier geweldig mooi te zijn en is 40 jaar veel te lang geweest.