zondag 10 oktober 2021

Sauerland

De oude varens hangen wat bedroeft naar de grond. Alsof ze weten dat het einde nabij is. Een paar maand geleden kwamen ze als jonge, eetbare spruiten kijken tussen het oude bladerdek door.

De berenklauwen zijn dor en laten hun zaden vallen als je erlangs loopt. De bomen verkleuren. Het eerste bruin en geel is te zien tussen de groene kruinen. Ja, ook in Sauerland is de herfst in volle gang. 


De nacht was koud. Als ik de fiets pak om broodjes te halen veeg ik eerst het ijs van het zadel. Daarna trek ik de muts diep over mijn oren. Een steile klim tussen mij en de warme broodjes van de bakker in het dorp. Geen wonder dat je hier niet veel fietsen ziet.

Eenmaal buiten de winkel ruk ik het verfoeide mondkapje af en doe ik de muts weer op. De afdaling gaat de eerste dag met 1 hand. De 2e dag heb ik een rugzak om de broodjes te houden.


We wandelen dat het een lieve lust is. In de zon. Eerst aan de Möhnesee en daarna rondom Bödefeld. Daar zijn de boeren nog druk met de 2e of 3e snit. Het gras wordt rijkelijk gemaaid, geschud en geoogst om vervolgens met een grote silagewagen naar de boerderij gehaald te worden. In de kuil. Aanrijden en fermenteren. Zuurkool van gras op een wat andere schaalgrootte. 


Binnenkort start de oogst van de kerstbomen en kersttakken. Dan vullen de motorzagen het dal met hun geronk. Daar zijn we nu nog wat vroeg voor.


Wandelen. Nog steeds een ander tempo. Nog steeds loopt af en toe de angst mee. Maar we komen er wel. We branden een kaarsje op het kapellenpleintje. We laten de rest van de Kreuzberg voor wat het is. Ondanks dat deze nog open is. 1 kilometer. 1 kilometer steil omhoog. Niet nu. Nog niet.


De schnitzel en de pasta bij Landhotel Albers zijn teleurstellend. In schril contrast met de rest van het weekend. 


200 kilometer van huis, in een compleet andere wereld. Sauerland.
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten