Heel langzaam schuiven we uit de bakjes van Bäreck. De lift van helemaal beneden naar de top. Ergens voor 2000 aangelegd. Geen kap, geen verwarming aan je kont, geen automatische sluiting.
Het waait hard aan de top. Ik ben alleen met Anna. We glijden onder de bakjes door in tegenover gestelde richting. De sneeuw op mijn ski’s bouwt zich op. Aan mijn linkerkant een peilloze diepte en het pad wordt steeds smaller. Dit is de eerste keer dat ik weer een buckelpiste pak na mijn onfortuinlijke val in 2015. Aan het eind van het pad moet het gebeuren. We navigeren naar de piste en dan kom ik tot de conclusie dat dit geen goed idee is. Nope, geen buckelpiste vandaag. Echt te gevaarlijk en te slechte condities. Te weinig vertrouwen. Opgeven is soms ook een kunst. Je eigen grenzen kennen. Het is 2016 of 2017. Rechts het pad naar beneden. Een uitdaging op zich.
In de jaren erna is het er niet weer van gekomen. Geen buckelpistes meer. Geen Nordhang. Nog wel af en toe een uitdaging. Op Fieberbrunn bijvoorbeeld, of in Saalbach, maar echt even die diepe angst van steilte voelen is er al een tijdje niet van gekomen.
Tot vrijdag. Sven en Anna willen van de buckelpiste. Ik bied aan om ze te filmen en zeg tegen Renate dat ik niet met ze mee ga. Met de Plattenkogellift zweven we over de piste die ze zo gaan nemen. Ik denk. Ik aarzel. Ik voel de kriebels. Ik denk. Ik aarzel. Ik voel de kriebels. Ik ga mee. Ik ga toch met ze mee!
Weer schuiven we langzaam uit de stoeltjes. Renate neemt de piste rondom de top naar beneden. En wij? Wij gaan datzelfde pad af waar ik toen heb opgegeven. Sven is voorop. Anna achter me. We dalen af naar het bosje waar de diepte begint. Ik keer me in mezelf. Ik kijk om me heen en haal diep adem. Dit is geen buckelpiste. Dit is dikke sneeuw. Wel een klusje met ski’s van 180 centimeter. Ik stop even om me te oriënteren. Ik moet nog iets naar links. Ik zie Renate in de diepte. Ze zwaait al met de stokken. Die is er al.
Het is nu ik en de berg. De kinderen zijn zo groot en vaardig dat ik die niet hoef te beschermen of te redden. De enige die gered moet worden ben ikzelf. Bochtje voor bochtje. Sprongetje voor sprongetje. Zoekend naar een mogelijkheid om te draaien. Stoppend in een grote bult sneeuw, glijden over het onderliggende ijs. Dapper zijn. Open dalhouding. Gewicht op je dalbeen. Alpines farverhalten. Stok inzet alsof je de krant leest. Ik voel mijn hart racen. Ik hoor mijn ademhaling gaan.
Ik haal het. Glansrijk. Ik ben als eerste beneden en met een tegenwoordigheid van geest waar je u tegen zegt, roep ik dat Sven en Anna even moeten wachten. Snikkend film ik ze, op hun weg naar beneden.
Ik krijg een dikke knuffel van Sven en Anna maakt nog een mooie foto. Dit zijn de herinneringen. Dit zijn die momenten waar al het harde werken bij elkaar komt. Hier gaan we het nog wel een keer over hebben.
Hier ga ik nog wel een keer over opscheppen. Buckelpiste baby!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten