Daar, bij dat bankje, daar gaan we even zitten. Da’s goed zegt Renate en we lopen naar het bankje aan het einde van de golfbreker in de Oosterschelde.
We hebben de afgelopen dagen veel gelopen hier in Zeeland. Strand, zon, zee, wind, vergezichten. Even ontvalt me de uitspraak dat als ik moest kiezen tussen bos en strand, ik zou kiezen voor het strand.
Dat is natuurlijk niet zo. Er gaan niets boven Twickel of het Nijreesbos.
Maar goed, een bankje dus. We zitten met de neus in de wind en in de zon. We knijpen de ogen een beetje dicht tegen het felle licht. De mannen van de gemeente Noord-Beverland hebben achter ons een afvalbak vervangen. Ze starten de bus en rijden weg over de dijk. We speuren naar zeehonden. Vandaag helaas niet. Die mazzel hadden we al op de boot van Neeltje Jans. Twee keer zelfs. Een paar ANWB-koppels op elektrische fietsen passeren ons op de dijk.
Zullen we gaan, vraagt Renate. En ik antwoord dat ik, tegen de verwachting in, nog even wil blijven. Dit is de laatste kans en het plekje bevalt me wel.
Op dat moment komt er van links een scootmobiel aan, die voor ons bankje nogal abrupt stopt. De man kijkt ons aan en op een bitse toon vraagt ie: Duits of Nederlands?
Waarschijnlijk slechte herinneringen aan een paar jaar geleden.
Ik antwoord met een glimlach dat we Nederlands zijn en zijn gezicht klaart op. Het is een wat morsige verschijning. Wat vlekken in de jas, de muts krang om op zijn hoofd met het kaartje aan de buitenkant. De scootmobiel lijkt zo uit het aardappelland te komen. We beginnen te kletsen. Of eigenlijk begin ik schaamteloos te vragen. Hij komt uit Wissenkerke en woont daar nog. Zijn vrouw komt van Goerree Overvlake. Bijna 50 jaar getrouwd. 2 zoons die allebei nog in Zeeland woonachtig zijn. Kleinkinderen heeft ie ook.
Zelf heeft ie altijd gewerkt in de fruitteelt en landbouw hier in Zeeland.
Ik vraag hem of ie de ramp van 1953 heeft meegemaakt. En dat heeft ie. Hij was toen 10 jaar oud. Gelukkig is Wissenkerke niet heel zwaar getroffen maar het naburige Kortgene wel. Zijn huidige echtgenote is vroeger van de verdrinkingsdood gered uit het water.
Hij praat met meer enthousiasme over de kleinkinderen dan over de geschiedenis. We beginnen alle 3 wat koud te worden. Daarnaast gaat het gesprek nu over zijn lichamelijk kwalen en dat benauwd me altijd een beetje. We staan op en met een korte “Doei” neemt ie afscheid. De dijk af in de scootmobiel. Op weg naar een kop koffie waarschijnlijk.
Wij wandelen terug naar het huisje. Voor een biertje en een glas wijn. Laatste dag. Laatste avond. Het was een mooie week. Fijn om eruit te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten