vrijdag 26 maart 2021

Hebben.......

We wonen op de oude grond van mijn vaders kant. Reefman. Mijn achternaam. Zo is dat geregeld in het familierecht, die naam. Tegenwoordig kan dat anders maar gebruikelijk is het niet. 

Er is dus ook nog een andere kant. Van mijn mama. Alberts.

Van die kant ken ik alleen mijn oma. Opa Alberts is een jaar voor mijn geboorte overleden. Veel te jong. Ziek.

Natuurlijk kennen we nog meer familie van die kant. Ze wonen iets noordelijker maar dat is niet de reden of het onderwerp waarom ik hierover begin.


Oma was een stevige persoonlijkheid, al zou je dat niet zeggen in de eerste oogopslag. Grijs, ze was niet groot en schuifelde op latere leeftijd een beetje voorover gebogen door het leven. Gevormd door een leven lang hard werken in wat minder ergonomische omstandigheden dat tegenwoordig.

Ze bezocht nog regelmatig de kerk, had een aantal vaste vriendinnen en fietste tot op latere leeftijd heel Almelo nog rond. Wat traditioneel ingesteld maar oh zo alert en bij de tijd. Een kleurentelevisie was er al snel na het verschijnen van die dingen. 


Wij gingen regelmatig op bezoek met mama, door de week. Of als ik een tussenuur had op het Erasmus. Dan speelde het leven van oma zich af in de achterkamer. Een bank, een eethoek en de televisie. Dicht bij de keuken. Op zondag is de voorkamer open en drinken we daar koffie. Heel soms een slokje notenwijn. De fles stond in de kast in de voorkamer. Een hoekkast die bedekt was met behang zodat ie niet opviel.


Oma was veel in de keuken, de moestuin of de achterkamer. Ze was al heel lang alleen in mijn jonge jaren en had haar weg daarin gevonden. Ik herinner me nog dat ik haar met mam terug mocht brengen van De Riet naar de Vriezenveenseweg. Met de auto. En ik had nog geeneens rijbewijs. Dat kon toen nog blijkbaar. In 1987 had je nog geen avondklok….


Maar waarom nu een verhaaltje over oma Vieneweg? 


De wijsheden die oma bezigde worden door mij en mijn mam nogal eens aangehaald. Als ze al pruttelend naar de keuken liep en wij gniffelden, dan riep ze: Better in de wiede wereld dan in ’n nou gat! Maar de belangrijkste  is wel de volgende: “Het hebben van de zaak is het einde van het vermaak.” 


Ik moet daar vaak aan denken. Je kijkt, zoekt, verlangt naar iets. Op internet of gewoon in een etalage. Vaak te duur. Nog niet de tijd. Even genieten nog van het verlangen. Met de gedachte in slaap vallen. Soms gaat het verlangen over, komt er iets anders voor in de plaats. Soms schaf je het aan. Soms voldoet het aan alle verwachtingen. Soms, en meestal komt het dan uit China, valt het tegen en is het een teleurstelling.


Maar goed. Er is dus een heel groot verschil tussen naar iets verlangen en iets bezitten.


Er gaat de laatste 20 jaar geen vakantie voorbij of we verlangen, na 3 weken in het noorden, naar een ander kampeermiddel dan een caravan of een tent. We willen graag een camper. Marktplaats, dealers, campersites. Verlangen dus. Nog niet hebben. Nee, dit bleef lang onbereikbaar. Financieel maar ook was er twijfel over het feit of we er op vooruit zouden gaan. Met jongere kinderen is een caravan natuurlijk perfect.


In de Kerstvakantie 2020 schets ik een scenario waarbij het mogelijk wordt. Onze ogen glimmen. Marktplaats. Dealers. Campersites.


Na een spannende zoektocht is het dus zaterdag gelukt. Onze grootste droom is in vervulling gegaan. Om 11.00 uur rijden we naar huis in onze Globecar Campscout. Een buscamper uit 2012. Met alles erop en eraan. Een groot bed, 4 zitplaatsen, 3 slaapplekken, warm water en verwarming. Een LPG tank, 100 liter vers water, 90 liter grijs water, een schotelantenne, een TV en een fietsenrek aan de achterkant.


We zijn in Nederland. Ditmaal is de reis het doel. We zijn inmiddels in Friesland.


Nu maar hopen dat het hebben van de zaak niet het einde is……….











1 opmerking: