Voor het eerst laten we ons plekje achter. Dat wil zeggen een dagtocht met de bus. De stoeltjes en de fietsen met een slot erop blijven achter. De luifel ingedraaid. Stroom eraf en rijden. We willen naar de Stadjan. Maar 12 kilometer maar steil bergop. Dat lijkt niet te doen met fiets en hondenkar. Als je daarna ook nog wilt wandelen.
De Stadjan heeft een nieuwe, ruime parkeerplaats waar we de bus parkeren. Als ik de wandelschoenen strik en de rugzak op mijn rug hang bekruipt me een vertrouwd, verlossend en fijn gevoel. Heerlijk om dat ding weer op de rug te hebben. Het is bevrijdend.
Ik heb er slecht van geslapen vannacht. Gaan we het halen? Hoe voel ik me? Krijgt de angst de overhand?
We starten langzaam. Het doel is de top van de Stadjan. Een wandeling van 3 kilometer. 3 kilometer! Halverwege Bornerbroek! Maar goed. Wel direct en constant steil omhoog over stenen en boomwortels. Na 1,7 kilometer komen we boven de boomgrens. We hebben dan al wat pauzes achter de rug.
Het is niet druk, een paar wandelaars. Verder niks. Ook helaas geen rendieren. Eenmaal uit het bos kunnen we zien wat we nog moeten. Niet ver. Wel steil. De hond even wat drinken, nog even zitten. En weer door.
Het ziet ernaar uit dat het gaat lukken. Mijn hartslag stijgt maar ik blijf rustig. Die angst gaat niet winnen vandaag. Door de nieuwe parkeerplaats nemen we onbewust een ander pad naar boven en komen we gelijk op de top uit. Daar is het vlak. We lopen naar een stapel stenen. Ik klim omhoog en als ik de handen in de lucht steek voor een foto huil ik als een kind. Er stond blijkbaar veel op het spel vandaag.
We eten ons brood en genieten van het uitzicht. Weer zijn we gezegend met een zonnige dag. Even doe ik een vest aan maar terug naar beneden gaat dat al snel weer in de tas.
We lopen 3 uur en 3 kwartier over ruim 7 kilometer. De Stadjan is weer van ons!