zaterdag 23 februari 2019

Waidring

Ik spring uit de rode gondel. Een paar meter verder leg ik de ski’s op de grond in de aangetrapte sneeuw. Ik tik geroutineerd de sneeuw van mijn schoenen en klik de schoenen in de bindingen. Bandjes van de stokken om de armen. Bril op en de helm recht. Buffie over de kin. Kapellen abfahrt.

Direct vrij rood naar beneden onder de oude lift door. Je kunt eromheen maar dat dacht ik even niet. Ik probeer een ritme te vinden van korte bochten rondom de ontstane sneeuwheuveltjes. Lichaam stabiel op de berg en de ski’s het werk laten doen. Als dat lukt is dat zo lekker!

Dit keer stop ik niet bij het gele bord. Direct door de “kuil”. Ik schakel om naar grote carvebewegingen om de vaart erin te houden. Links ligt het kappelletje, helemaal ingesneeuwd. De vaart is er nu wat uit op dit vlakkere gedeelte. Ik zet mijn bril recht en trek ontspannen mijn rugbyshirt omlaag. Van het ene op het andere been om het gevoel van controle te houden. Nooit recht naar beneden!

Ik maak me klaar voor het meest uitdagende stuk van de abfahrt. Tot op het laatste moment stel ik altijd die ene beslissing uit. Korte bochten met controle of direct vol gas van het steile stuk tot de volgende liftpaal? Daar waar de piste weer uitvlakt.

Ik geef vol gas dit keer en laat de ski’s maximaal glijden. Ik buig zo ver mogelijk naar voren in de schoenen. Ik positioneer mijn handen voor mijn buik met de ellebogen wijd uit. Maximale druk op de dalski. Mijn kleding wappert, mijn ogen tranen en ik kan een kleine “Yihaa” niet onderdrukken. Nog een 4-tal bochten van links op rechts en dan roetsj ik het vlakkere gedeelte op. 

Onder de lift door, langs het funpark aan de linkerkant. Ik richt me op en kijk om me heen. Maak wat korte bochtjes om het gevoel vast te houden voor het laatste gedeelte van de piste. Ik laat de ski’s naar rechts lopen, om de liftpaal en bereid me voor op het laatste gedeelte.
Wederom grote carvebewegingen en flink op tempo. Hier is het altijd uitkijken. Een pas gevormde buggle kan je vertrouwen en je ritme flink verstoren. De noodrem wil ik liever niet gebruiken. Onderaan ski ik rustig langs de borden die me vertellen om “langsam” te gaan.

Ik nestel me in de lift met verwarming aan mijn kont en een bubbel tegen slecht weer. In mijn begin jaren stonden we hier 15 minuten aan de sleeplift. Nadat we ons door een enorme rij hadden geworsteld. Vooruitgang heet dat.


Ik heb jullie willen meenemen op 1 van de mooiste stukjes. Dit is op Waidring altijd het lekkerste stuk. Een paar kilometer. Blauwe piste met wat roodachtige stukjes. Niet moeilijk maar je kunt een geweldig tempo halen zonder al te wilde risico’s te nemen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten